6 tips voor brandveiligheid van uw elektrische auto

Met de juiste maatregelen blijven risico’s beheersbaar.

Om schades door autobranden verzekerbaar te houden, is het belangrijk dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt. Voorzorgsmaatregelen zijn in ieders belang. Voor de veiligheid van mensen en eigendommen. Maar ook voor de continuïteit van het bedrijf. Veel garages onder bedrijfspanden zijn niet ingericht op het brandgevaar van elektrische auto’s. Hoe we kunnen voorkomen dat door een ongelukje met een laadkabel een heel pand verloren gaat? Dat leggen wij graag aan u uit in dit artikel.
Elektrische auto’s zijn niet brandgevaarlijker dan gewone auto’s. Dat is onderzocht door het Duitse expertisecentrum DEKRA . Een elektrische auto is wel moeilijker te blussen voor de brandweer. Bij brand ontstaat in de accu’s een kettingreactie. De accucellen steken elkaar dan als het ware aan. Als de brand al geblust is, kan die kettingreactie nog doorgaan. Daardoor kan de auto later opnieuw spontaan gaan branden. De brandweer maakt daarom steeds vaker gebruik van zogenaamde dompelbaden. Een brandende auto wordt dan 24 uur in een container met bluswater geplaatst om zeker te zijn dat de accucellen zijn afgekoeld. Maar als de auto in een parkeergarage staat, is zo’n dompelbad geen optie.

Lees hier het volledig artikel op de website van Centraal Beheer.

In het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) dat naar verwachting begin 2024 in gaat, zijn eisen voor het laden in een garage opgenomen. Deze eisen gelden dan ook voor bestaande gebouwen waarin installaties worden aangebracht.
Deze eisen zijn als volgt:
– De oplaadpunten voor elektrische voertuigen voldoen aan mode 3 of mode 4 als bedoeld in NEN 1010.
– De garage heeft een voorziening waarmee de oplaadpunten voor elektrische voertuigen tegelijkertijd kunnen worden uitgeschakeld.
– De laadpunten moeten daarnaast centraal uitgeschakeld kunnen worden. In aanvulling hierop adviseren wij ook om een sturing aan te brengen tussen de nog aan te leggen brandmeldinstallatie en de laadvoorzieningen.

In geval van een brandmelding worden dan ook de laadpalen direct uitgeschakeld. Ook moet ter plaatse van de brandweeringang de positie van de laadvoorzieningen duidelijk worden aangegeven.